Dit is de oorspronkelijke niet ingekorte versie van de tekst uit de laatste nieuwsbrief.
Bijna
iedereen kent het wel, ‘het verlangen naar vakantie’. Zelf zijn we amper drie
weken terug van vakantie en ik hoorde mijn dochter gisteren zeggen, ‘ik ben wel
weer toe aan vakantie.’ Het woord ‘vakantie’ is afgeleid van het Latijnse
‘vacare’, dat ‘vrij zijn’ betekent. We hebben dus de behoefte om vrij te zijn.
We hebben ook een idee ontwikkeld hoe het is om vrij te zijn, om vakantie te
hebben. Het is iets met leuke dingen doen, met leuke mensen zijn, het mag niet
saai zijn, lekker en veel eten en drinken, mooi weer, rust, uitslapen, geen
verplichtingen. Een goede WIFI-verbinding hoort er tegenwoordig ook bij. Voor
de ouderen onder ons een goed boek.
Wat voor
beeld we ook bij vakantie hebben, het is een ideaal beeld. We verlangen naar
een ideaal leven, naar geluk, al is het maar voor twee á drie weken, maar het
liefst langer. Vorige week sprak ik mijn groenteboerin. Ze heeft een
biologische marktkraam en stopt aardig wat idealisme in haar werk. Ze bleek nog
een ander ideaal te hebben. Ze zei dat ze na haar pensioen met een campertje
door Europa wilde gaan trekken, zonder haast, zonder beperkingen in de tijd,
zodat ze overal wat langer kan blijven om contact te maken met de lokale
bevolking. Ze had een heel verhaal over hoe het eruit gaat zien. Een plaatje
van haar ideale leven.
Ik moet
eerlijk bekennen dat mijn eerste gedachte was, ‘oh jee, jij ook al!’ Ik heb al
zoveel mensen ontmoet die dromen over hun pensioen, of verlangen naar vakantie.
We verlangen allemaal naar rust, vrijheid en geluk. Dat betekent dat we het nu
niet hebben. In ons alledaagse bewustzijn ervaren we geen rust en vrijheid en
tevredenheid, om nog maar te zwijgen van geluk. We denken er over en we zoeken
er naar. Kortstondig ervaren we wel tevredenheid en geluk, maar er is altijd
een onderstroom aanwezig van ontevredenheid, waardoor je wordt meegesleurd naar
het ongeluk.
De Boeddha
heeft hier iets over gezegd. Hij zei dat we met ons alledaagse bewustzijn, ons
normale denken, nooit rust, vrijheid en geluk kunnen vinden. In ons dagelijkse
bewustzijn zijn we altijd min of meer ontevreden. We moeten hard werken om rust
te vinden!
De eerste misvatting is dat we denken dat ons dagelijks bewustzijn de werkelijkheid is. De werkelijkheid die we met dat bewustzijn waarnemen is op denken gebaseerd, is bedacht, dus per definitie niet de werkelijkheid. De tweede misvatting is dat we denken dat we een weg naar buiten, naar rust, vrijheid en geluk, kunnen bedenken. We leven dus in een bedenksel, een droom en proberen ons er uit te denken, dromen. We leven dus van droom naar droom.
Een onderdeel van de tweede misvatting is dat we denken nog tijd nodig hebben, om ons te ontwikkelen, hard te werken, geld te verdienen en dat we dan pas tevreden en gelukkig kunnen zijn. Kortom we zijn nog niet goed genoeg en moeten aan ons en onze situatie sleutelen.
De eerste misvatting is dat we denken dat ons dagelijks bewustzijn de werkelijkheid is. De werkelijkheid die we met dat bewustzijn waarnemen is op denken gebaseerd, is bedacht, dus per definitie niet de werkelijkheid. De tweede misvatting is dat we denken dat we een weg naar buiten, naar rust, vrijheid en geluk, kunnen bedenken. We leven dus in een bedenksel, een droom en proberen ons er uit te denken, dromen. We leven dus van droom naar droom.
Een onderdeel van de tweede misvatting is dat we denken nog tijd nodig hebben, om ons te ontwikkelen, hard te werken, geld te verdienen en dat we dan pas tevreden en gelukkig kunnen zijn. Kortom we zijn nog niet goed genoeg en moeten aan ons en onze situatie sleutelen.
Vakantie is
misschien wel onze manier om te experimenteren met onze droom van geluk. We
creëren onze ideale wereld. We verblijven bijvoorbeeld op een paradijselijk
eiland, met uitgestrekte stranden, met palmbomen en mango’s. We kunnen de hele
dag in een hangmat liggen. Het heerlijkste voedsel wordt ons aangedragen. We
zwemmen met dolfijnen, duiken, snorkelen en zeilen op een catamaran. Het is
natuurlijk heerlijk (Ik vertel uit eigen ervaring.), maar het is niet onze
werkelijkheid. Het is wel de werkelijkheid van de mensen die daar de vis vangen
en de maaltijden bereiden, de duikspullen en de catamaran verhuren. Voor ons is
het een droom die we voor even leven.
Als je op
vakantie gaat geniet er dan vooral van, maar zie het voor wat het is: een
droom.
Meestal wordt je gauw genoeg wakker uit je droom, uit je ideale wereld. Je denkt bijvoorbeeld tijdens de vakantie, ‘hoeveel geld gaat me dit allemaal kosten?’ ‘Over twee weken is dit weer voorbij.’ ‘Deze mensen zijn toch geen fijn gezelschap.’ ‘Wat een rotweer (te warm, te koud, te veel, of te weinig wind).’ ‘Het eten valt tegen.’ ‘Wat een rotkinderen.’ ‘Ik mis de kinderen.’ ‘Het uitzicht valt tegen.’ ’De handdoeken zijn niet schoon.’ ‘Er ligt thuis een berg werk op me te wachten.’ ‘Zal ik nog een toetje nemen. Daar wordt je wel dik van.’
Zoals ik al eerder zei kent ons dagelijkse bewustzijn een voortdurende onderstroom die ons ontevreden maakt.
Meestal wordt je gauw genoeg wakker uit je droom, uit je ideale wereld. Je denkt bijvoorbeeld tijdens de vakantie, ‘hoeveel geld gaat me dit allemaal kosten?’ ‘Over twee weken is dit weer voorbij.’ ‘Deze mensen zijn toch geen fijn gezelschap.’ ‘Wat een rotweer (te warm, te koud, te veel, of te weinig wind).’ ‘Het eten valt tegen.’ ‘Wat een rotkinderen.’ ‘Ik mis de kinderen.’ ‘Het uitzicht valt tegen.’ ’De handdoeken zijn niet schoon.’ ‘Er ligt thuis een berg werk op me te wachten.’ ‘Zal ik nog een toetje nemen. Daar wordt je wel dik van.’
Zoals ik al eerder zei kent ons dagelijkse bewustzijn een voortdurende onderstroom die ons ontevreden maakt.
Het belangrijkste
kenmerk van het dagelijkse bewustzijn is dat het draait om mij, want dat is de
functie van dat bewustzijn: zorgen voor mij. Wat wil ik eten, wat wil ik doen?
Wat wil ik bereiken? Aan wie heb ik iets? Aan wie niets? Wie vind ik leuk? Wie
vinden mij leuk? Welke kwaliteiten heb ik? Wat mis ik nog? Wie ben ik? Heb ik
een nieuwe auto nodig? Voor ‘auto’ kun je ook andere dingen invullen, dat laat
ik aan de fantasie van de lezer over.
De ‘ik’ waar we het over hebben is nooit helemaal tevreden, omdat ik altijd iets anders, iets beters, iets meer, of iets minder ergens van wil. Als ik al eens tevreden, of zelfs gelukkig ben, dan is er altijd die onderstroom die zegt, ‘dit zal veranderen en ik zal het kwijtraken’ en plots ben ik alweer ontevreden. Bovendien doordat ik denk in termen van ‘ik’ en ‘de anderen’ ben ik per definitie gescheiden van de anderen. Een onderdeel van de onderstroom is dan ook dat ik me eenzaam, niet gezien, niet gehoord en niet gekend voel.
De ‘ik’ waar we het over hebben is nooit helemaal tevreden, omdat ik altijd iets anders, iets beters, iets meer, of iets minder ergens van wil. Als ik al eens tevreden, of zelfs gelukkig ben, dan is er altijd die onderstroom die zegt, ‘dit zal veranderen en ik zal het kwijtraken’ en plots ben ik alweer ontevreden. Bovendien doordat ik denk in termen van ‘ik’ en ‘de anderen’ ben ik per definitie gescheiden van de anderen. Een onderdeel van de onderstroom is dan ook dat ik me eenzaam, niet gezien, niet gehoord en niet gekend voel.
Kunnen we dan
überhaupt wel tevreden zijn?
De Boeddha zei dat we een omgekeerde kijk op de werkelijkheid hebben. Hij bedoelde hiermee dat we ons alledaagse bewustzijn als werkelijkheid zien, maar dat juist het onbegrensde, allesomvattende, betekenisloze, niet op denken gebaseerde bewustzijn, de werkelijkheid is. De werkelijkheid die je ervaart als je wat langer mediteert. Het is een niet geconstrueerde werkelijkheid, vrij van gedachten, vrij van dromen. Ironisch genoeg denken veel mensen dat het een zweverige droomtoestand is. Het is juist een heel laag bij de grondse, wakkere toestand. Hier vind je vrijheid van gedachten en daarmee rust, vrijheid en verbinding en dat bij elkaar is geluk. Je moet er wel iets voor doen: zitten op een kussentje, of bankje en oefenen in het ‘niet-iets-doen.’ Het is dus de moeite waard om door te gaan met het mediteren, ook als je dagelijks bewustzijn zegt geen zin te hebben, de zin er niet van inziet, iets anders te doen heeft, of moe is.
De Boeddha zei dat we een omgekeerde kijk op de werkelijkheid hebben. Hij bedoelde hiermee dat we ons alledaagse bewustzijn als werkelijkheid zien, maar dat juist het onbegrensde, allesomvattende, betekenisloze, niet op denken gebaseerde bewustzijn, de werkelijkheid is. De werkelijkheid die je ervaart als je wat langer mediteert. Het is een niet geconstrueerde werkelijkheid, vrij van gedachten, vrij van dromen. Ironisch genoeg denken veel mensen dat het een zweverige droomtoestand is. Het is juist een heel laag bij de grondse, wakkere toestand. Hier vind je vrijheid van gedachten en daarmee rust, vrijheid en verbinding en dat bij elkaar is geluk. Je moet er wel iets voor doen: zitten op een kussentje, of bankje en oefenen in het ‘niet-iets-doen.’ Het is dus de moeite waard om door te gaan met het mediteren, ook als je dagelijks bewustzijn zegt geen zin te hebben, de zin er niet van inziet, iets anders te doen heeft, of moe is.
Gewoon
doorgaan!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten