Het mooiste
van zen
Niet het
zitten is voor mij het mooiste van mijn zenbeoefening. Hoewel ik dat met veel
plezier doe. Ik houd meer van kinhin (loopmeditatie), wandelen met de hond, kajakken, ook met
de hond en in een warm bad liggen.
Het
allermooiste van mijn beoefening is de grenzeloze ontwikkeling. Steeds weer
komt er een nieuw inzicht, verdieping van een inzicht. Af en toe een nieuwe
ervaring van eenheid, compleetheid en verbondenheid. Langzaam, maar zeker, ik
vertrouw erop, voltrekt zich een transformatie in de hart-geest, die grenzeloos
lijkt te zijn. Resultaat gericht als ik ben kan ik daarvan genieten. Blijkt het
hele proces toch nog iets op te leveren! Het is ook meer dat er iets bestaands
wordt ontsluierd beetje bij beetje dan dat er iets nieuws wordt toegevoegd. In
ieder geval maakt het ’t leven een beetje spannender en geeft het zin in het
leven.
Voordat ik
aan zen begon deed ik een vierdaagse cursus in Frankfurt. Aan het eind van de
vierde dag werd ik als eerste op het podium gehesen om voor een publiek van 600
mensen te zeggen wie ik was. Niet mijn naam, maar er werd gevraagd ‘wie ben jij
als toekomst vanuit de toekomst?’ Met andere woorden, op niets gebaseerd, wat
is je missie? Ik antwoordde met een spontaniteit die ik met koan-studie nooit
bereikt heb. ‘Ich bin grenzenlose Entwicklung.’
Een jaar
later begon ik aan mijn zentraining. Het paste als een oude schoen.
Een vriendin
gooide nog even roet in het eten door te zeggen: ‘bij grenzeloze ontwikkeling
denk ik aan kanker.’ Weg was mijn mooie missie. Later begreep ik, dat als ik
grenzeloze ontwikkeling ben ik kanker niet kan uitsluiten.
Het
moeilijkste van zen
Niet het
zitten is voor mij het moeilijkste. Hoewel ik er na vier periodes wel genoeg
van heb. Het
moeilijkste van mijn beoefening is, dat ik vanaf het begin zo enthousiast ben
dat ik het aan anderen wil overbrengen. Dat lijkt alleen maar moeilijker te
worden in de loop der jaren. In het begin gaat het om concentratie, ontspanning
en rust. Dat valt nog wel uit te leggen. Later als de hart-geest open gaat,
grenzen waarvan ik niet wist dat ze bestonden oplossen en het perspectief op de
wereld veelkleuriger wordt, gaat het moeizaam. De thema’s veranderen. Het gaat
nu over bevrijding, compassie, verbondenheid en eenheid. Het voelt
tegelijkertijd als onmacht, verdriet, pijn en eenzaamheid. Leg dat dan maar
eens uit. Waarom zou iemand hier aan beginnen?
Er lijken
heel weinig mensen in geïnteresseerd te zijn. Het belang om het over te brengen
lijkt steeds groter te worden, gezien de ellende in de wereld en gezien de
grotere helderheid waarmee je zelf naar de wereld kijkt en de mogelijkheden die
je ziet. Dan is beoefening wel eens moeilijk. Gelukkig is er dan altijd wel een
vogeltje, of een grassprietje dat moeiteloos alle levende wezens bevrijdt. Waarom
zo moeilijk doen?