dinsdag 19 december 2017

Het mooiste en moeilijkste van zen


Het mooiste van zen

Niet het zitten is voor mij het mooiste van mijn zenbeoefening. Hoewel ik dat met veel plezier doe. Ik houd meer van kinhin (loopmeditatie), wandelen met de hond, kajakken, ook met de hond en in een warm bad liggen.

Het allermooiste van mijn beoefening is de grenzeloze ontwikkeling. Steeds weer komt er een nieuw inzicht, verdieping van een inzicht. Af en toe een nieuwe ervaring van eenheid, compleetheid en verbondenheid. Langzaam, maar zeker, ik vertrouw erop, voltrekt zich een transformatie in de hart-geest, die grenzeloos lijkt te zijn. Resultaat gericht als ik ben kan ik daarvan genieten. Blijkt het hele proces toch nog iets op te leveren! Het is ook meer dat er iets bestaands wordt ontsluierd beetje bij beetje dan dat er iets nieuws wordt toegevoegd. In ieder geval maakt het ’t leven een beetje spannender en geeft het zin in het leven.

Voordat ik aan zen begon deed ik een vierdaagse cursus in Frankfurt. Aan het eind van de vierde dag werd ik als eerste op het podium gehesen om voor een publiek van 600 mensen te zeggen wie ik was. Niet mijn naam, maar er werd gevraagd ‘wie ben jij als toekomst vanuit de toekomst?’ Met andere woorden, op niets gebaseerd, wat is je missie? Ik antwoordde met een spontaniteit die ik met koan-studie nooit bereikt heb. ‘Ich bin grenzenlose Entwicklung.’

Een jaar later begon ik aan mijn zentraining. Het paste als een oude schoen.

Een vriendin gooide nog even roet in het eten door te zeggen: ‘bij grenzeloze ontwikkeling denk ik aan kanker.’ Weg was mijn mooie missie. Later begreep ik, dat als ik grenzeloze ontwikkeling ben ik kanker niet kan uitsluiten.



Het moeilijkste van zen

Niet het zitten is voor mij het moeilijkste. Hoewel ik er na vier periodes wel genoeg van heb. Het moeilijkste van mijn beoefening is, dat ik vanaf het begin zo enthousiast ben dat ik het aan anderen wil overbrengen. Dat lijkt alleen maar moeilijker te worden in de loop der jaren. In het begin gaat het om concentratie, ontspanning en rust. Dat valt nog wel uit te leggen. Later als de hart-geest open gaat, grenzen waarvan ik niet wist dat ze bestonden oplossen en het perspectief op de wereld veelkleuriger wordt, gaat het moeizaam. De thema’s veranderen. Het gaat nu over bevrijding, compassie, verbondenheid en eenheid. Het voelt tegelijkertijd als onmacht, verdriet, pijn en eenzaamheid. Leg dat dan maar eens uit. Waarom zou iemand hier aan beginnen?

Er lijken heel weinig mensen in geïnteresseerd te zijn. Het belang om het over te brengen lijkt steeds groter te worden, gezien de ellende in de wereld en gezien de grotere helderheid waarmee je zelf naar de wereld kijkt en de mogelijkheden die je ziet. Dan is beoefening wel eens moeilijk. Gelukkig is er dan altijd wel een vogeltje, of een grassprietje dat moeiteloos alle levende wezens bevrijdt. Waarom zo moeilijk doen?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten