donderdag 17 april 2014

Het bootje is leeg

Meditatie zien we in het westen vaak als iets therapeutisch; om iets te verbeteren van onszelf waar we niet tevreden over zijn. Dat kan zijn onze gezondheid, hoe we omgaan met stress, ons concentratievermogen, slapeloosheid, of omdat we beter willen omgaan met onze emoties zoals boosheid en angst, of ons vermogen om te ontspannen. Sommige mensen zeggen als ze hier komen voor een introductietraining, '' ik wordt helemaal gek van mezelf, van mijn gedachten, het maalt maar door.'' Natuurlijk is het prima om op die manier naar meditatie te kijken en het werkt.
In het Boeddhisme wordt voornamelijk gemediteerd, omdat het een weg is naar vrijheid. Het is een methode om jezelf te bevrijden. Waar bevrijd je jezelf dan van? Nou, van een vertroebelde kijk op het leven; een waanbeeld dat we gecreëerd hebben van de werkelijkheid. Eigenlijk is het zelfbedrog. Vaak wordt de vergelijking gemaakt met een meer. Tijdens een hevige storm is het water troebel, doordat het sediment van de bodem is opgerakeld. Vergelijk dit met je eigen bewustzijn als je boos, angstig, of gestrest bent. Eigenlijk is iedereen altijd wel een beetje boos, nerveus, geïrriteerd, jaloers, moe, of verveeld. Misschien ervaar je het niet direct als stress, boosheid, etc. Het toont wel aan dat je hier-en-nu niet tevreden bent met wat je aan het doen bent en je niet ontspannen voelt. Je wilt eigenlijk daar-en-dan zijn; ergens in de toekomst, waar het beter zal zijn, of ergens in het verleden waar het beter was. Meestal leven we onze levens in de toekomst en in het verleden, zelden in het hier-en-nu. Op die manier glipt ons het leven door de vingers. Dat is wat ik bedoel met zelfbedrog; we denken dat we de werkelijkheid kennen, maar we zijn zelden echt aanwezig (wakker) en in contact met wat er is, hier-en-nu, deze werkelijkheid. Zelfs op dit moment dat je naar mij luistert ben je waarschijnlijk in gedachten, om te proberen te begrijpen wat ik zeg.
Om de vergelijking met het meer door te trekken; wat er nodig is is rust, om het sediment te laten bezinken. Het water wordt dan weer helder. Je kunt de vissen zien zwemmen, de bodem zien en het oppervlak weerspiegelt de bomen langs de oever en de blauwe lucht en de witte wolken, de ganzen die overvliegen. Kortom de werkelijkheid zoals ze is. Natuurlijk was dat troebele water tijdens de storm ook de werkelijkheid zoals ze is, maar juist om dat te kunnen zien moeten we door die fase heen van kalmer en kalmer worden. Dat is onze beoefening. We kunnen die stap niet overslaan. We moeten eerst die rust, die kalmte een aantal malen ervaren hebben en met heldere niet vertroebelde blik de werkelijkheid gezien hebben, om ook tijdens een storm de werkelijkheid met kalmte tegemoet te kunnen treden.
Het Boeddhistisch pad klinkt misschien heel simpel als ik het zo beschrijf en dat is het ook. Het is echter niet makkelijk om te gaan. Waarom niet?
Ik geef een voorbeeld. In dit geval gaat het over boosheid.
We kennen het allemaal wel we hebben een aanvaring, botsing met iemand anders (Japie). Jij bent boos en Japie is heel erg boos.
Stel je voor je vaart op dat meer, het Sneekermeer. Het is heel mistig, je hebt maar een paar meter zicht. Je hebt je lichten aan, zoals het hoort. Plotseling doemt daar een bootje op uit de mist. Je probeert te ontwijken, maar het is te laat: BOEM. Je wordt kwaad en begint te schelden: idioot, klootzak, onbenul, godverrr!  Je bent blind van woede. Dan zie je dat het bootje leeg is; er is niemand aan boord.
Je boosheid vloeit weg, het meer in. Je gaat over tot actie en doet wat de situatie je vraagt. Je neemt het andere bootje op sleeptouw om verdere ongelukken te voorkomen en kijkt hoeveel averij je opgelopen hebt. Misschien moet je eerst iets repareren (roer, verlichting) voordat je veilig verder kunt varen. Je handelt niet vanuit boosheid, maar vanuit kalmte en wijsheid.
Oké, misschien is er nog een beetje boosheid omdat er een ander is die het bootje niet goed vastgelegd heeft, of omdat jij ALTIJD in dit soort situaties terecht komt. “Waarom gebeurd mij dit weer?” Het zijn de omstandigheden. Ik kan er niets aan doen. Maar je kunt niet meer volhouden dat die ander een imbeciele, onbenullige klootzak is. Maak jij nooit een foutje? En de omstandigheden? Kun je daar boos op blijven? Denk je echt dat er een hogere, of lagere macht is, een Ander, die jou bewust in deze omstandigheden heeft gebracht? Nee natuurlijk niet. Dat zijn allemaal ideeën, verklaringen die jij bedacht hebt. Misschien is er wel geen reden waarom jij in deze situatie terecht gekomen bent. Geen waarom.
We willen altijd de schuld buiten onszelf leggen bij een ander en de verantwoordelijkheid afschuiven, maar uiteindelijk blijkt er geen ander te zijn. Het doel van onze beoefening is om in te zien dat het bootje altijd leeg is. In de eerste plaats is dit jouw leven en alleen jij kunt het leven, niemand anders kan dat voor je doen. Dus leg de schuld en de verantwoordelijkheid nooit buiten jezelf. Je hoeft jezelf ook niet schuldig te voelen. Het hele leven is een opeenvolging van vallen en opstaan. Niemand leidt een perfect leven, dat zou bovendien erg saai zijn.
In de tweede plaats, ook als er iemand in dat andere bootje zou zitten. Je hebt direct je oordeel klaar dat het een domme lul is, maar je kent hem niet. Misschien is het een liefhebbende huisvader met een academische titel. Je hebt direct een beeld van hem, een idee, een gedachtenconstructie, maar dat is niet de werkelijkheid. Je bent boos op een idee, een waanbeeld van iemand dat je zelf gecreëerd hebt. Als je de werkelijkheid zou kunnen zien zoals ze is, zou je niet meer boos zijn. Zelfs niet wanneer de ander iemand is die thuis zijn vrouw en kinderen slaat. Er is geen reden, geen waarom jullie deze aanvaring hebben.
Zelfs als je de ander kent; ''Japie'' en Japie doet altijd heel naar en wil me tegenwerken. Ook dan geldt dat het andere bootje altijd leeg is. Je denkt hem te kennen; je kent zijn naam en hebt een beeld van hoe hij is, maar ook dat zijn alleen maar hersenspinsels, gedachtenconstructies. Het is niet de werkelijk-heid. De werkelijkheid is, dat wat jij de ander noemt, op dit moment, met alles wat er aan vooraf gegaan is, erfelijkheid, aanleg, opvoeding, opleiding, milieu, bewustzijnsniveau, niet anders kan handelen dan hij op dit moment doet.
Ik zal het je nog sterker vertellen; ook je eigen bootje is leeg. Er is niemand aan boord. Er is wel iets aan boord, dat de helmstok vasthoudt, maar er is niet iemand aan boord. Die iemand die persoon, die we IK noemen is namelijk ook bedacht; een gedachtenconstructie, maar is niet de werkelijkheid. IK bestaat niet! Dat IK waar we ons voortdurend mee identificeren bestaat niet. Dat IK waar we alles aan relateren: tijd, ruimte, de ander, het andere, geboorte, dood, dat IK bestaat niet. Dat IK waarvan we dachten dat het een constante was, ons houvast, ons anker, dat bestaat niet. Er is wel iets, maar dat is voortdurend in verandering, niet vast en constant, maar in wording, nooit hetzelfde en het creëert haar eigen werkelijkheid. Dus wie is de schepper in het Boeddhisme? En wie heeft de verantwoordelijkheid?


donderdag 3 april 2014

Lichaam en Geest zijn één

Scheiding van lichaam en geest bestaat alleen in onze gedachten; IK maak een onderscheid. Als ik je vraag om je lichaam aan te wijzen vind je dat waarschijnlijk makkelijk. Als ik je vraag om je geest aan te wijzen. Wat doe je dan? Veel mensen beginnen dan wat om zich heen te wijzen. Uiteindelijk kun je niet anders dan te wijzen naar datzelfde lichaam.
Het is als de voor- en achterzijde van een blaadje, of de linker -en rechterzijde van een potlood; ze zijn niet van elkaar te scheiden en het één kan niet zonder het ander bestaan. Je kunt ze ook niet uit elkaar rafelen. Toch denken we vaak dat dat kan.
We denken dat we denken met de geest, maar poepen en plassen doen we ook met de geest. En denken doen we met het lichaam (hersenen produceren gedachten). Misschien denk je wel, “IK denk’’, maar je zult merken dat ook als IK niet wil denken het denken gewoon doorgaat.
Lichaam en geest zijn maar woorden en de scheiding die we aanbrengen is kunstmatig. We kunnen ook andere woorden gebruiken; bijvoorbeeld ''energie''. ''Alles is energie'', of ''bewustzijn'', ''Alles is bewustzijn''. Wat dacht je van deze: ''alles is lichaam'', ''alles is één'', ''alles is veelheid'', ''alles is werkelijkheid''.
Op dezelfde manier brengen we ook een scheiding aan tussen zijn en niet-zijn. Geboorte is dan het begin van zijn (en het einde van niet-zijn) en dood is dan het einde van zijn (en het begin van niet zijn). Als je het bovenstaande begrijpt, dan begrijp je ook dat deze tegenstellingen niet waar zijn. Niet de werkelijkheid zijn.
Het doel van onze beoefening is om bovenstaande vertroebelde blik op de werkelijkheid te doorzien en los te laten en om met een heldere blik naar de werkelijkheid te kijken: ''ontwaken tot onze ware natuur.'' De werkelijkheid is niets anders dan onze ware natuur. Wij zijn onze ware natuur; Hoe zouden we iets anders kunnen zijn? Ik ben niet gescheiden van mijn ware natuur: de werkelijkheid. Alleen in mijn gedachten ben ik dat.

Onze ware natuur, de al-ene lichaam-geest, dat is onze belangrijkste leraar.