Meditatie
zien we in het westen vaak als iets therapeutisch; om iets te verbeteren van
onszelf waar we niet tevreden over zijn. Dat kan zijn onze gezondheid, hoe we
omgaan met stress, ons concentratievermogen, slapeloosheid, of omdat we beter
willen omgaan met onze emoties zoals boosheid en angst, of ons vermogen om te
ontspannen. Sommige mensen zeggen als ze hier komen voor een introductietraining,
'' ik wordt helemaal gek van mezelf, van mijn gedachten, het maalt maar door.''
Natuurlijk is het prima om op die manier naar meditatie te kijken en het werkt.
In het
Boeddhisme wordt voornamelijk gemediteerd, omdat het een weg is naar vrijheid.
Het is een methode om jezelf te bevrijden. Waar bevrijd je jezelf dan van? Nou,
van een vertroebelde kijk op het leven; een waanbeeld dat we gecreëerd hebben
van de werkelijkheid. Eigenlijk is het zelfbedrog. Vaak wordt de vergelijking
gemaakt met een meer. Tijdens een hevige storm is het water troebel, doordat
het sediment van de bodem is opgerakeld. Vergelijk dit met je eigen bewustzijn
als je boos, angstig, of gestrest bent. Eigenlijk is iedereen altijd wel een
beetje boos, nerveus, geïrriteerd, jaloers, moe, of verveeld. Misschien ervaar
je het niet direct als stress, boosheid, etc. Het toont wel aan dat je
hier-en-nu niet tevreden bent met wat je aan het doen bent en je niet
ontspannen voelt. Je wilt eigenlijk daar-en-dan zijn; ergens in de toekomst,
waar het beter zal zijn, of ergens in het verleden waar het beter was. Meestal
leven we onze levens in de toekomst en in het verleden, zelden in het hier-en-nu.
Op die manier glipt ons het leven door de vingers. Dat is wat ik bedoel met
zelfbedrog; we denken dat we de werkelijkheid kennen, maar we zijn zelden echt
aanwezig (wakker) en in contact met wat er is, hier-en-nu, deze werkelijkheid.
Zelfs op dit moment dat je naar mij luistert ben je waarschijnlijk in
gedachten, om te proberen te begrijpen wat ik zeg.
Om de
vergelijking met het meer door te trekken; wat er nodig is is rust, om het
sediment te laten bezinken. Het water wordt dan weer helder. Je kunt de vissen
zien zwemmen, de bodem zien en het oppervlak weerspiegelt de bomen langs de
oever en de blauwe lucht en de witte wolken, de ganzen die overvliegen. Kortom
de werkelijkheid zoals ze is. Natuurlijk was dat troebele water tijdens de
storm ook de werkelijkheid zoals ze is, maar juist om dat te kunnen zien moeten
we door die fase heen van kalmer en kalmer worden. Dat is onze beoefening. We
kunnen die stap niet overslaan. We moeten eerst die rust, die kalmte een aantal
malen ervaren hebben en met heldere niet vertroebelde blik de werkelijkheid
gezien hebben, om ook tijdens een storm de werkelijkheid met kalmte tegemoet te
kunnen treden.
Het
Boeddhistisch pad klinkt misschien heel simpel als ik het zo beschrijf en dat
is het ook. Het is echter niet makkelijk om te gaan. Waarom niet?
Ik geef een
voorbeeld. In dit geval gaat het over boosheid.
We kennen
het allemaal wel we hebben een aanvaring, botsing met iemand anders (Japie).
Jij bent boos en Japie is heel erg boos.
Stel je voor
je vaart op dat meer, het Sneekermeer. Het is heel mistig, je hebt maar een
paar meter zicht. Je hebt je lichten aan, zoals het hoort. Plotseling doemt
daar een bootje op uit de mist. Je probeert te ontwijken, maar het is te laat:
BOEM. Je wordt kwaad en begint te schelden: idioot, klootzak, onbenul,
godverrr! Je bent blind van woede. Dan
zie je dat het bootje leeg is; er is niemand aan boord.
Je boosheid
vloeit weg, het meer in. Je gaat over tot actie en doet wat de situatie je
vraagt. Je neemt het andere bootje op sleeptouw om verdere ongelukken te
voorkomen en kijkt hoeveel averij je opgelopen hebt. Misschien moet je eerst
iets repareren (roer, verlichting) voordat je veilig verder kunt varen. Je
handelt niet vanuit boosheid, maar vanuit kalmte en wijsheid.
Oké,
misschien is er nog een beetje boosheid omdat er een ander is die het bootje
niet goed vastgelegd heeft, of omdat jij ALTIJD in dit soort situaties terecht
komt. “Waarom gebeurd mij dit weer?” Het zijn de omstandigheden. Ik kan er
niets aan doen. Maar je kunt niet meer volhouden dat die ander een imbeciele,
onbenullige klootzak is. Maak jij nooit een foutje? En de omstandigheden? Kun
je daar boos op blijven? Denk je echt dat er een hogere, of lagere macht is,
een Ander, die jou bewust in deze omstandigheden heeft gebracht? Nee natuurlijk
niet. Dat zijn allemaal ideeën, verklaringen die jij bedacht hebt. Misschien is
er wel geen reden waarom jij in deze situatie terecht gekomen bent. Geen
waarom.
We willen
altijd de schuld buiten onszelf leggen bij een ander en de verantwoordelijkheid
afschuiven, maar uiteindelijk blijkt er geen ander te zijn. Het doel van onze
beoefening is om in te zien dat het bootje altijd leeg is. In de eerste plaats
is dit jouw leven en alleen jij kunt het leven, niemand anders kan dat voor je
doen. Dus leg de schuld en de verantwoordelijkheid nooit buiten jezelf. Je
hoeft jezelf ook niet schuldig te voelen. Het hele leven is een opeenvolging
van vallen en opstaan. Niemand leidt een perfect leven, dat zou bovendien erg
saai zijn.
In de tweede
plaats, ook als er iemand in dat andere bootje zou zitten. Je hebt direct je
oordeel klaar dat het een domme lul is, maar je kent hem niet. Misschien is het
een liefhebbende huisvader met een academische titel. Je hebt direct een beeld
van hem, een idee, een gedachtenconstructie, maar dat is niet de werkelijkheid.
Je bent boos op een idee, een waanbeeld van iemand dat je zelf gecreëerd hebt.
Als je de werkelijkheid zou kunnen zien zoals ze is, zou je niet meer boos
zijn. Zelfs niet wanneer de ander iemand is die thuis zijn vrouw en kinderen
slaat. Er is geen reden, geen waarom jullie deze aanvaring hebben.
Zelfs als je
de ander kent; ''Japie'' en Japie doet altijd heel naar en wil me tegenwerken.
Ook dan geldt dat het andere bootje altijd leeg is. Je denkt hem te kennen; je
kent zijn naam en hebt een beeld van hoe hij is, maar ook dat zijn alleen maar
hersenspinsels, gedachtenconstructies. Het is niet de werkelijk-heid. De
werkelijkheid is, dat wat jij de ander noemt, op dit moment, met alles wat er
aan vooraf gegaan is, erfelijkheid, aanleg, opvoeding, opleiding, milieu,
bewustzijnsniveau, niet anders kan handelen dan hij op dit moment doet.
Ik zal het
je nog sterker vertellen; ook je eigen bootje is leeg. Er is niemand aan boord.
Er is wel iets aan boord, dat de helmstok vasthoudt, maar er is niet iemand aan
boord. Die iemand die persoon, die we IK noemen is namelijk ook bedacht; een
gedachtenconstructie, maar is niet de werkelijkheid. IK bestaat niet! Dat IK
waar we ons voortdurend mee identificeren bestaat niet. Dat IK waar we alles
aan relateren: tijd, ruimte, de ander, het andere, geboorte, dood, dat IK
bestaat niet. Dat IK waarvan we dachten dat het een constante was, ons houvast,
ons anker, dat bestaat niet. Er is wel iets, maar dat is voortdurend in
verandering, niet vast en constant, maar in wording, nooit hetzelfde en het
creëert haar eigen werkelijkheid. Dus wie is de schepper in het Boeddhisme? En
wie heeft de verantwoordelijkheid?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten