zaterdag 10 januari 2015

Mindfulness en zen

Hoe verhouden mindfulness-meditatie en zen-beoefening zich tot elkaar?
Hierbij een kort, niet uitputtend, antwoord.
De Boeddha heeft veel gesproken over het cultiveren van aandacht en over meditatiebeoefening. De ontwikkeling van de geest kwam bij hem op de eerste plaats. De geest is de bron van oordelen, van goed en kwaad en de bron van handelen. Hij sprak over het ontwikkelen van rust en kalmte (samatha). Het daaruit opwellende inzicht (vipassana) en het ontwikkelen van concentratie (dyana).
Rust en kalmte ontwikkelde de Boeddha in afzondering. De meesten van ons vergeten nogal eens om afstand te nemen van de dagelijkse beslommeringen.

Mindfulness-meditatie is vipassana meditatie. Zittend, of lopend ben je opmerkzaam voor wat er omgaat in de geest. Dat geeft inzicht in de werking van de geest. Voorwaarde is dat je eerst enige mate van rust en kalmte ontwikkelt.

Zen’ is een Japans woord, afgeleid van het Chinese ‘chan’, dat weer afgeleid is van het Sanskriet ‘dyana’. De beoefening van zen is de beoefening van je dagelijks leven; alles dat je doet geconcentreerd doen. In de zen-traditie wordt evenals met mindfulness-meditatie eerst enige mate van rust en kalmte ontwikkeld.
De overtreffende trap van concentratie is als iemand zich niet meer bewust is van zichzelf als hij iets doet. De persoon en de activiteit vallen dan samen. Er is eenheid.

Om het nog ingewikkelder te maken.
Met mindfulness-meditatie ontwikkel je ook concentratievermogen. In de zen-beoefening zul je niet ver komen als je niet ook tijdens de zitmeditaties inzicht in de werking van de geest verkrijgt. De ontwikkeling van samatha, vipassana en dyana gaan hand in hand en versterken elkaar. Op zeker niveau is er geen onderscheid meer, want er is maar één geest en die maakt geen onderscheid, dat doen wij alleen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten